De ruwharige doodle

In de trimsalon krijg ik soms een ruwharige doodle op tafel. Bijvoorbeeld een labradoodle of een Maltipoo. Ik zag zelfs eens twee honden uit hetzelfde nest waarvan één ruwharig was en de ander had een krullende fleecevacht. Voor veel trimmers lijkt dit onmogelijk. Toch komen ruwharige Doodles wel degelijk voor!

Poedelkruisingen kunnen ruwharige pups krijgen

Wanneer je een poedel met een ruwharig ras kruist zoals de ruwharige teckel, de Jack Russell terriër of de airdale terriër, is er 50% kans dat er een ruwharige doodle uit voortkomt.

De meeste doodles zijn kruisingen tussen de poedel en de labrador retriever (Labradoodle), de Maltezer (Maltipoo), de cocker (cockapoo) en de golden retriever (golden doodle). Al deze rassen hebben geen ruwharige vacht. Dan is het raar dat hier ruwharige pups uitkomen.

Hoe dit kan? Laten we ons in vachtgenetica verdiepen.

Fenotype en genotype

Bijna iedereen leert op school over genetica. Bijvoorbeeld dat het gen voor bruine ogen dominant is over dat van blauwe ogen. Dit geldt ook voor huidskleur. Wanneer een stelletje, hij donker en zij blank, een kind krijgt, is de kans heel groot dat het kind ook donker is.

Dominante genen komen natuurlijk ook bij honden voor. Vaak kijken we alleen naar hoe de hond uitziet. Dit noem je ook wel het fenotype. Echter draagt elke hond bepaalde genen bezig. Dit noem je het genotype. Het is belangrijk om te weten dat het fenotype en het genotype heel erg kunnen verschillen.

Dat een hond een zwarte vacht heeft wil niet zeggen dat hij zwart pups krijgt wanneer je hem met een andere zwarte hond kruist. Wanneer de donkere hond (fenotype) genen voor een witte vacht bij zich draagt (genotype) kan deze dit op de pups overdragen. Heeft de andere hond ook de genen voor een witte vacht dan is de kans vrij groot dat uit deze twee zwarte honden witte pups worden geboren.

• Dominant: slechts één set van het dominante gen maakt de eigenschap zichtbaar.
• Recessief: twee sets van de genen moeten aanwezig zijn om ervoor te zorgen dat de eigenschap zichtbaar is.

De genen voor de ruwharige vacht

Hoe zit dit met de ruwharige Labradoodle of de ruwharige Doodle? Wanneer een Labradoodle, een Maltipoo of een cockapoo een ruwharige vacht heeft wordt vaak gezegd dat het geen Doodle is. Of dat de poedel met een ruwharige hond is gekruist.

Dit hoeft niet altijd zo te zijn. Een Labradoodle is toch echt een kruising tussen een labrador en een poedel! Toch kunnen deze honden ruw haar hebben.

---

Verder kan een samenspel van genen ervoor zorgen dat de lengte en textuur van het haar beïnvloed worden. Zelfs wanneer de hond geen gen voor ruw haar heeft.

De ruwharige Labradoodle bestaat echt

Ondanks wat velen beweren is het zeker mogelijk dat een ruwharige Labradoodle ter wereld komt. Dit is het gevolg van een mutatie in een bepaald gen of een combinatie van genen. Laat je dus niks wijsmaken wanneer je een ruwharige Labradoodle hebt of tegenkomt: het is echt een kruising tussen een labrador en een poedel.

Het is goed om te weten dat deze mutatie weinig voorkomt. Je zou het als zeldzaam kunnen zien, net als albino kinderen die geboren worden.

Wist je trouwens dat de eerste kruisingen tussen Labradoodle en poedel vaker ruwharig waren? Omdat die ruwharige vacht niet zo gewenst was werd er flink doorgefokt. Het resultaat is een Labradoodle met een fleecevacht.

Ruwharige Maltipoo, cockapoo en cavapoo

Naast de Labradoodle zijn ook de volgende drie Doodles ontzettend populair:

• Maltipoo: kruising poedel en Maltezer
• Cockapoo: kruising en cocker spaniël
• Cavapoo: kruising poedel en cavalier king Charles spaniël

Bij deze rassen komt het minder vaak voor dat de vacht ruwharig is. Toch is dit niet geheel onmogelijk. Ook de ruwharige Maltipoo, de ruwharige cockapoo én de ruwharige cavapoo komen in de trimsalon terecht.

Met de handen in het haar

Niet alle trimmers hebben ervaring met ruwharige doodles. Soms wordt de vacht niet als ruwharig herkend of erkend. Het is immer een Labradoodle, die ga je toch niet plukken?

Het is niet heel slecht om een ruwharig labradoodle te knippen. Wanneer dit vanaf het begin gebeurt dat veranderen de ruwe haartjes naar een zachtere vacht waarbij de dekharen niet meer geplukt hoeven te worden. Maar voor het ruige uiterlijk is het zeker beter om een ruwharige Labradoodle te plukken. Het effect is een ruig uitziende doodle met een wel heel apart uiterlijk.

In de trimsalon kijken we altijd naar het type vacht dat de hond heeft. Het kan dus dat een Labradoodle, een cavapoo of een andere doodle geplukt wordt. Maar alleen bij een echte én plukrijpe vacht.

Wassen van de ruwharige labradoodle en ruwharige doodle

een (labra)doodle met ‘normale’ vacht was je normaal met universele hondenshampoo of speciale doodleshampoo. Na de wasbeurt is het tijd voor een behandeling met Doodlecrème (crèmespoeling). Dit maakt de toch al fleecevacht nog veel zachter.

Bij de ruwharige Doodle of Labradoodle is het beter om de crèmespoeling achterwege te laten. dit heeft namelijk een negatieve invloed op het ruige uiterlijk. Bovendien is het belangrijk om voorzichtig de ruwharige Doodle na het plukken heel voorzichtig te wassen, en alleen met een huidherstellende shampoo.

Bij Trimsalon Limbo wordt altijd rekening te houden met de ruwharige vacht en de kwetsbaarheid van de hui. Dit betekent met de grootste zorgvuldigheid en de juiste shampoo wassen.

Heb je een ruwharige Labradoodle of een ruwharige Doodle? Maak een afspraak bij Trimsalon Limbo: ervaringsdeskundige op het gebied van ruwharige vachten.

Bijgewerkt: 20 juni 2024