Een hond met meer baasjes, maar wie is de echte leider?
Veel mensen delen een hond. Hier is op zich niks vreemds aan, de hond maakt onderdeel uit van het gezin. Dit betekent in veel gevallen dat de hond twee of meer baasjes heeft, en het kan ook dat een van die baasjes ergens anders woont. Het is goed mogelijk om het dier samen te verzorgen.
Deskundigen hebben twijfels over een hond met meer baasjes. Wie treedt er als leider op, of is dit voor iedereen gelijk? Honden hebben behoefte aan duidelijkheid. Ze moeten weten wat hun rangorde in de groep is. Dat lukt niet wanneer er meerdere leiders aanwezig zijn.
Samenwonen of dogsharing
In veel situaties woont de hond in een gezin, bestaande uit een stelletje (man/vrouw of anders) en soms één of meerdere kinderen of huisgenoten.
Dan heb je ook nodig dogsharing, dat is de situatie waarbij mensen een hond delen terwijl ze niet in hetzelfde huis wonen. De hond verblijft een deel van de week bij de een en het andere deel van de week bij de ander. Of misschien wel om de week, net als een omgangsregeling na een echtscheiding.
Dogsharing is geen goed idee
Laat ik met het belangrijkste beginnen: dogsharing is een slecht idee. Dit is de situatie waarbij de hond in twee verschillende huishoudens leeft. De omgeving van een hond moet vertrouwd zijn. Het dier begrijpt niet waarom het een paar dagen bij de een en een paar dagen bij de ander moet slapen. De omgeving verandert continu, en dat is moeilijk aan een hond uit te leggen. Onmogelijk eigenlijk.
Bij dogsharing kan de hond achterblijven in zijn sociale ontwikkeling, vooral wanneer het een pup betreft. Bovendien kan het zelfvertrouwen worden aangetast. De hond weet immers niet waar hij aan toe is.
Er zijn ook wel wat voorstanders van dogsharing, maar dit zijn voornamelijk de mensen die hier zelf aan doen.
Binnen een gezin: een hond met meer baasjes
Binnen het gezin kunnen er meerdere hondenbaasjes zijn. Iedereen zorgt voor de hond en gaat er ook een speciale manier mee om. Toch ziet de hond niet iedereen als zijn leider. De hond kiest zijn of haar favoriete leider uit. Vaak is dit de persoon die dezelfde persoonlijkheid heeft als de hond, en ook hetzelfde energieniveau.
Ze zeggen niet voor niets dat honden op hun baasjes lijken. En dan bedoel ik niet qua uiterlijk, maar meer wanneer het op persoonlijkheid of karakter aankomt. De hond maakt hier zijn eigen keuze in.
Maar wat wanneer bijvoorbeeld de man de hond heeft aangeschaft en wil dat hij hem als leider ziet? Terwijl de hond juist voor de vrouw des huizes als leider heeft gekozen? Hier kun je weinig aan veranderen, behalve het eigen gedrag aanpassen.
Mensen die afstandelijk tegen een hond doen hoeven niet te verwachten dat de hond vol enthousiasme op hen afspringt. En wanneer je een energieke hond hebt, dan zul je zelf ook energiek moeten zijn. Oftewel: een hond kan meer baasjes hebben maar hij ziet slechts één persoon als leider. Dat kun je niet afdwingen.
Kinderen kunnen geen leider zijn
Soms wordt een puppy of volwassen hond voor een kind gekocht. Hartstikke leuk want hiermee heeft het kind een leuk speelkameraadje. Maar een kind dan geen leider over de hond zijn. Mensen kunnen het kind dan wel als baasje aanwijzen, maar de hond kijkt hier heel anders tegenaan.
Dit komt omdat honden een bepaalde rangorder kennen. De oudste staat bovenaan, en is vaak ook degene met overmacht. Overigens hoeft dit in onze beleving niet de oudste qua leeftijd te zijn, het kan ook degene zijn die de meeste tijd met de hond doorbrengt. Of juist de persoon die zich met de opvoeding bemoeit of de hond het vaakst te eten geeft. Kortom: degene waar het dier altijd op kan vertrouwen.
Hoe dan ook, kinderen hebben nog niet de macht in handen om het gedrag van de hond aan te sturen. Ze weten niet wat goed of fout is, hoe en waarom een hond reageert en wat zijn behoeften zijn. Dat is de reden waarom veel kinderen volgens de hond lager in rangorde staan.
Bij dogsharing: twee locaties hetzelfde inrichten
Doe je toch aan dogsharing en verhuist de hond regelmatig van de ene naar de andere locatie? Dan is het belangrijk om de twee omgevingen van de hond zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Het dier heeft in beide woningen dezelfde ligplek. Mag de hond in het ene huis op de bank liggen, dan mag dit in het andere huis ook. Heeft hij in het ene huisje een fluffy hondenmand, dan in het andere huis natuurlijk ook.
Hetzelfde geldt voor speelgoed, voer, uitlaten en regels in huis. Wanneer de hond in het ene huis in de tuin mag passen, dan mag dit in de andere omgeving ook. Wanneer je beide omgevingen op elkaar afstemt zorgt dit ervoor dat de hond zich zo comfortabel mogelijk voelt.
Bijgewerkt: 9 november 2024
Over mij
Ik ben Bianca en sinds 1999 Rijksgediplomeerd hondentrimster. In een dierenartspraktijk deed ik extra kennis op. Daarnaast schreef ik meer dan 10.000 artikelen over dieren en ben ik auteur van het Honden Trimboek.